MIJN MOEDER EN MOZES

MIJN MOEDER EN MOZES

De spullen wachten net als ik: de witkanten lakens; de nachtblauwe handdoeken; mijn jurken die, omdat ze te kort, te strak of te oud zijn, niet meer door mij gedragen worden; de oude hangmat uit Zuid-Amerika; de badslippers, de duikbrillen. Alles wacht in de kleine kamer in de nok van ons huis.

Dagelijks glip ik er even binnen, ik doe mijn ogen dicht en waan me Karlsson Propeller. Vliegend over de olijfbomen laat ik, zodra ik bij mijn Spaanse huis ben, me met propeller en al in het zwembad vallen.

In mijn agenda telde ik de weken. Eén mei zouden we vertrekken, mijn moeder, mijn jongens, mijn dochter, mijn man, de hond, de spullen en ik. Toen ging de boel op slot.

'Jammer hè, dat ons tripje naar Spanje nu niet doorgaat!' Sinds Corona belde mijn moeder mij bijna elke avond. Ze haalde dan voornamelijk herinneringen op aan onze vroegere gezinsvakanties; hoe mijn vader met mij de zee inrende; hoe mijn vader op zijn slippers naast Bimbo-brood in de kampwinkel ook steevast een verrassing voor ons kocht. Mijn vader, mijn vader, de leukste, de beste, mijn vader, haar liefde, voor altijd haar man. Gisteren belde ze om middernacht, ik lag al te slapen. 'Hoe moet ik in deze nieuwe stilte overeind blijven kind?' Ik grabbelde wat in mijn coachbrein en stelde haar de vragen die ik mezelf de laatste tijd stel:

a) Wat probeert deze (corona)situatie mij te vertellen?

b) Wat vraagt dat mij te zijn? (creatief? geduldig? bezinnend? meditatief?)

c) Zie ik vanuit die invalshoek misschien nieuwe mogelijkheden, kansen?

Zonder te reageren hing ze op. 

Zo'n twee uur later ging opnieuw de telefoon: ’Ja hier met Carmen,’ zei ze ,’ik heb Sangria gemaakt! Als de berg niet naar Mozes komt, dan moet Mozes maar naar de berg, toch?” Ze schaterde van het lachen. In de verte zongen de Gipsy Kings.

www.rocacoaching.nl

afbeelding Eko Nugroho