Tietjes

Tietjes

Na een autorit van zestien uur staken we vol spanning de sleutel in het slot van de Spaanse finca. Toen de deur krakend openging kwam ons een golf van stank en hitte tegemoet.

Mijn paniek onderdrukkend beende ik naar binnen, en al snel vond ik de boosdoener; een hoop tot bruine pap verworden uien.

Laten we maar gaan slapen, zuchtte mijn man, die in zijn té korte korte broek, nog meer dan anders op een struisvogel leek, en hij sjokte naar de slaapkamer. Toen ik on top of all ook nog stapte in een plas courgettes, volgden mijn jongens wijselijk zijn voorbeeld. Maar mijn pubermeisje protesteerde dat ze na een K-rit van zo'n 1700 kilometer mét een koelbox op schoot, nu toch minimaal recht had op een een koude cola: ik wil in ons nieuwe huis even fucking kunnen thuiskomen, oké?!

Ik wierp wat beddengoed op de bedden; ondertussen mijn man er fijntjes op wijzend dat híj, met zijn niets-weggooien-mentaliteit, ervoor gezorgd had dat het hier nu stonk naar de dood. Hij zweeg vermoeid, mijn man, hij had het grootste deel van de reis gereden en vreesde waarschijnlijk mijn menopausia temperamental (pittige overgang). Omdat ik toch niet serieus werd genomen tierde ik verder, nu tegen Rutte, Pedro Sánchez en Corona. Want onder normale omstandigheden, of met ander beleid, waren we eerder teruggekomen en was er niks aan de hand geweest. 

Na een paar uur onrustig slapen en dromen over hitsige geitenhoeders werd ik wakker. De maan die overdadig aan de hemel stond streelde mijn gezicht. En de krekels die bij aankomst een opgefokt castraten koor hadden geleken, deden me nu aan hese flamengo zangers denken. Ik trok mijn laken weg en liep naar de woonkeuken waar ik een glas met water vulde (gelukkig had mijn man, nog voor het slapen, de koelkast aangezet en gevuld, de horren voor de ramen gedaan, de auto uitgeladen, de deuren afgesloten, de koffers aan de kant geschoven en voor een deel ook uitgepakt, het alarm gecheckt, de kinderen, -en ook de hond!-, met wat water en een klein hapje naar hun bed, respectievelijk mand, gebracht). Ik plofte in de bank. 

Op haar tenen, bang de stilte te verbreken, kwam mijn dochter binnen. En toen… de paella pan knikte, de broodplank wenkte en een hooghartig 'bienvenidos' klonk op uit de stinkende voorraadkast. Mijn dochter, die deze hoffelijkheid blijkbaar gewend was, bracht haar mond bij mijn oor en fluisterde: 'Wij mujeres mogen dan gekmakende-k-hormonen hebben mam, maar wij kunnen wonderen zien, én veroorzaken!' Ik keek hoe ze trots haar priemende tietjes naar voren stak, en vanonder haar pyjamashirtje twee koude blikjes cola tevoorschijn haalde.

afbeelding: Eko Nugroho