SUPERMARKT

SUPERMARKT

Ik kan uren dwalen door de supermarkt. Niet omdat ik dat fijn vind, ik blijf gewoon oneindig lang bij elk schap hangen. Vaak loop ik weg met lege handen, -wat moet ik kiezen?! Of ik neem precies het verkeerde (het dure, overbodige, het lelijke) mee naar huis.

Het Spaanse huis

Het Spaanse huis

We reden door het Spaanse landschap in een huurauto die tot de nok toe gevuld was met kleden, serviesgoed en stoelen. Regen sloeg tegen de voorruit.

De jongen met de witte hond

De jongen met de witte hond

Ze zaten op de grond in een portiek, ik kende hen van het losloopgebied. Bladeren dansten wild en de wind rukte aan hun haren. Eén blik was genoeg, de hond begon te blaffen en zijn baasje rende op me toe. 

Minister Wiebes

Minister Wiebes

Tegenover me in een Haagse lunchroom zat minister Wiebes. Hij zat voorovergebogen met zijn neus in de politieke stukken.