We wachtten.
Buiten werd het donker én gevaarlijk. Jongens in trainingspakken, – als paddestoelen schoten ze uit de grond – , cirkelden rondom onze auto. Steeds weer vroeg mijn vader of we de vergrendeling van de deuren wel ingedrukt hadden. Stokbroodkruimels, onderweg hadden we hotdogs met loeischerpe mosterd gegeten, prikten in mijn benen.